De meestgestelde vragen over dumping

Wat is het dumpingsyndroom?

We spreken van een dumping als voedsel vanuit de maag rechtstreeks in de dunne darm wordt ‘gedumpt’. Het eten is dan nog niet verwerkt en daardoor ontstaan klachten. Je kunt het vergelijken met een zware after dinner dip, maar dan veel intenser. Hoewel een dumping allesbehalve prettig is, is het niet levensbedreigend of gevaarlijk. Bij de meeste mensen verminderen of verdwijnen dumpingklachten uiteindelijk weer.

Waardoor ontstaat een dumping?

Bij het verteren en verwerken van voedsel komt veel kijken. Zo zijn er allerlei spieren, zenuwen en hormonen betrokken bij het spijsverteringsproces. Door de maagverkleining is je spijsverteringsstelsel aangepast. Dat maakt het lastiger om voedsel op te nemen en te verteren. Ook heb je na een Gastric Bypass geen pylorus meer. De pylorus is de sluitspier tussen de maag en de dunne darm. Deze is doorgaans gesloten zodat voedsel een tijdje in de maag blijft en spijsverteringssappen hun werk kunnen doen. Als het eten vloeibaar is geworden, opent de pylorus een paar keer zodat voedsel in kleine deeltjes in het eerste deel van de dunne darm (de twaalfvingerige darm) terecht komt. Zonder pylorus gaat voedsel dus te snel naar de dunne darm. Vooral voedingsmiddelen rijk aan koolhydraten (ook suikers en zetmeel) kunnen een dumping veroorzaken.

Welke symptomen passen bij het dumpingsyndroom?

Allereerst is er een verschil tussen een vroege en een late dumping. Een vroege dumping ontstaat 15 tot 30 minuten na een maaltijd als te veel voedsel in de dunne darm terecht komt. Voeding is sterk geconcentreerd en trekt vocht aan in de dunne darm. Je lichaam reageert door vloeistof dat in je bloedbaan circuleert naar de binnenkant van je darm te verplaatsen. Hierdoor raken je darmen voller en opgeblazen. Ook kun je last krijgen van diarree, braken, misselijkheid, kramp en buikpijn. Doordat vocht onttrokken wordt aan de bloedvaten, kun je gaan zweten of duizelig worden.

Een late dumping ontstaat 1 tot 3 uur na het eten van veel koolhydraten (waaronder suiker en zetmeel). Bij de opname van koolhydraten stijgt de bloedsuikerspiegel. De aanmaak van insuline brengt dit op peil door je bloedsuikerspiegel te verlagen. Als je door de operatie koolhydraten sneller opneemt, stijgt ook de bloedsuikerspiegel sneller. Alleen komt de productie van insuline te laat op gang. Hierdoor blijf je insuline aanmaken, ook als de bloedsuikers al uit de bloedbaan zijn. Het gevolg is dat de bloedsuikerspiegel te veel daalt. Vergelijk het met een ‘hypo’ (hypoglykemie) dat mensen met diabetes II kunnen ervaren. Zweten, hartkloppingen, trillen, slaperigheid, honger en prikkelbaarheid zijn veel voorkomende symptomen van een late dumping.

Hoe vaak komt het dumpingsyndroom voor na een maagverkleining?

Ongeveer 20 tot 50% van de mensen heeft er na de operatie last van. Dat is ongeveer 1 op de 5 patiënten. Het dumpingsyndroom komt vooral voor na een Gastric Bypass, maar het kan ook optreden na een Gastric Sleeve. Een late dumping komt vaker voor bij vrouwen die veel zijn afgevallen en in het verleden diabetes type 2 hebben gehad.

Wat kun je doen om een dumping te voorkomen?

Een dumping is zeer onprettig en kan veel impact hebben op de kwaliteit van je dagelijks leven. Gelukkig verminderen of verdwijnen dumpings in de meeste gevallen weer. Een vroege dumping meestal na 3 maanden, late dumpings na 12 tot 18 maanden. Daarnaast kun je zelf een aantal dingen doen om de kans op een dumping zo klein mogelijk te houden.

• Eet kleine porties regelmatig verspreid over de dag. Bij voorkeur 6 keer (3 hoofdmaaltijden en 3 tussendoortjes)
• Eet en drink niet op hetzelfde moment. Wacht 30 minuten zodat je maag de tijd heeft om eten of drinken te verteren
• Eet voeding rijk aan vezels en proteïne. Vermijd suikers en snelle koolhydraten, pittige en te koude maaltijden
• Eet en drink rustig en met aandacht en neem kleine hapjes en slokjes
• Zit rechtop en probeer zo min mogelijk te praten tijdens het eten. Zo slik je minder lucht in
• Leg je bestek neer na iedere hap en merk op hoe je maag aanvoelt. Stop met eten of drinken als je vol zit, pijnklachten of misselijkheid ervaart
• Ga even liggen nadat je gegeten hebt. Zo vertraag je de maagleging en houd je je bloeddruk op peil
• Schrijf op wat je eet en welke symptomen je ervaart. Zo ontdek je wanneer en van welke voedingsmiddelen je mogelijk een dumping krijgt
• Laat je (lage) bloeddruk regelmatig testen.

Welke voeding kan ik beter wel en niet eten?

Ieder mens reageert anders op voeding. Als je weet welke producten bij jou een dumping veroorzaken, is het makkelijker om te minderen of ze te vermijden. Over het algemeen zijn de volgende voedingsmiddelen wel en niet aan te bevelen:

Eet en drink meer

• Proteïne: eieren, vlees, gevogelte, vis, noten en zaden, bonen en peulvruchten
• Gezonde vetten: avocado, vette vis zoals zalm en tonijn, noten en notenboter
• Complexe koolhydraten: havermout, volkoren brood, rijst en pasta
• Vezels: erwten, bonen, appels, wortels en broccoli

Eet en drink zo min mogelijk

• Suiker: koek, snoep, voorverpakte ontbijtgranen, suikerrijke dranken en toetjes
• Zuivel: melk, kaas, yoghurt en room (als je hier last van hebt)
• Snelle koolhydraten: wit brood, crackers, chips en vruchtensappen

Hulp nodig?

Als bovenstaande tips niet helpen, zijn er ook medicijnen die dumpingklachten kunnen verminderen. Raadpleeg hiervoor altijd eerst je arts. Heb je nu vragen over het dumpingsyndroom, je voeding of gezondheid? Onze diëtisten zijn gespecialiseerd in maagverkleiningen en helpen je graag.

Neem hier direct contact op of maak een afspraak voor een gratis, persoonlijk adviesgesprek.